петак, 2. децембар 2011.

Al in het begin van het fragment uit dit boek was een reactie van mevrouw De Flesch, op homoseksualiteit opmerkelijk „ ...maar daar moet een verandering komme...u zal u van 'n andere kamer moeten voorzien...ik ga verhuizen.“ Hier hebben we de reactie van omgeving die eigenlijk niet wil herkennen en goedkereun iets wat voor hen ongewoon is. Maar de invloed van omgeving kunnen we ook zien door de hele tekst en misschien is het volgende cictaat goed om dat te tonen „Op 't plein liet Sam m'n hand los en we liepen gauw schuin over...“ Naar mijn mening is dat Sam bang is dat iemand ze samen zou zien want ze wandelen in de openbaar waar de kans groter is om gezien te worden. Dat gescheidt want hij is angtig en hij is te veel bezig over wat de omgeving van hen gaat denken. Sam is echt specifiek personage en hij geeft ons veel kenmerken van een naturalistische roman. Behalve dat hij de voorkeur aan zijn omgeving geeft, is hij aan de andere kant bewust van zijn „daden“. Zoals ik al heb gezegd is homoseksualiteit voor sommige mensen, zoals Joop, ervaren als hij homoseksuele gevoelens heeft geërfd, als aangeboren. Terwijl Sam totaal anders dan Joop is. Hij weigert toe te geven dat hij homo is, er is altijd een soort vijandigheid „ik hou alleen maar van je. ....je bent een beste boy“, Hier kunnen we goed zien dat Sam heeft geen dezelfde, eerlijke gevoelens als Joop heeft, dat zijn homoseksualiteit niets maar heldere, tijdelijk omstandigheid is. Wat ook opvallend is, is de taal. Die is aangepast aan de periode, milieu, maar ook speelde Jakob Israël de Haan ermee. „Ja zeg, ik ga maar een poosje alleen wonen, vin-je dat ook niet 't beste“.

Нема коментара:

Постави коментар