недеља, 18. децембар 2011.

Wat ook voor deze roman zo opvallend is is dat het door de ogen van een negenjarig kind is verteld. Dat is een subjectieve geëengageerde vorm van beschrijving. Het is op een vrolijk wijze gedaan waar niemand over zijn lot moet denken, waar alles geweldig is en waar ze over niks klagen. Er zijn ook aanwijzen van humor die enerzijds levendig en gedachteloos is, en anderzijds kregen we het beeld van expressie of gedragingen van personages. Zelfs als zou het niet grappig moeten zijn, het maakt ons aan het lachen “’t Was in die tijd dat ze op een nacht waren wakker geschrokken door een vreselijk geschreeuw van Nis, gevolgd door nog luider gebleer van de Witte. ..De Witte had Nis duchtig in zijn vinger gebeten. ” Er is ook een kritiek op de kerk en eigenlijk op het katholieke geloof aanduidingen waarin het dubbele moraal de hoofdrol speelt. Dat is de karakteristiek van de Witte’s vader die probeert om een goede indruk te maken maar hij zelf respecteert hij de geloofsregels niet en dat is huichelarij in tegenstelling tot katholieke opvoeding. De invloed van de taal is hier ook herkenbaar. De vorm van deminutieven is een typisch Vlaams en zoals we het hier kunnen zien „Moakt da ge der ut zijt! 'i es acht ure! “ de taal is onder West-Vlaams dialect.

1 коментар: