петак, 9. март 2012.

Zoals het bekend is, is het boek Het bittere kruid van Marga Minco kort na de oorlog geschrijevn, om precies te zijn in 1957. En daarom behoort dat boek tot een van de drie groepen boeken.
Hier is om te concluderen dat dit boek een literaire werk met autobiografische elementen is. Wie het boek doorleest kan zelf beseffen dat er geen explicite naam van de ik-figuur bestaat. Dus we kunnen niet met zekerheid stellen dat het precies over Marga Minco en haar familie gaat, maar dat kunnen we alleen veronderstellen. Misschien deed ze dat omdat ze van haar herkomst een afstand wil nemen en vergeten, zoals ze met haar geloof heeft verlaten. Ze ging niet naar de moskee, ze vierde geen Sabbat, eigenlijk voelde ze zich niet als een Jodin. Dat is ook in het boek van Marga Minco opvallend toen ze elke keer probeerde sommige dingen niet te doen, zoals sterren naaien of fotograferen. Sterren waren in die tijd als een brend beschouwd en niemand wist dat die sterren tot de dood leidden. Hetzelfde gebeurt met fotograferen. “Ik kom de volgende keer wel.” De ik-figuur deed niets wat schadig voor haar zou kunnen zijn, alsof ze wist dat ze dat niet mag doen. Hoewel lijkt dat ze en haar familie onbewust zijn, denk ik dat de ik-figuur wel weet war er aan de hand was. Als het anders zou zijn zou ze waarschijnlijk met haar familie gaan fotograferen en zou ze zonder aarzelen haar identificatie aan de agent tonen.

Нема коментара:

Постави коментар